Perenringworm
Deze kever heeft zich in de jaren ’80 in vlaanderen gevestigd. Daarvoor was deze soort al bekend uit de fruitteelt waar ze soms flinke schade kon aanrichten in met name perenboomgaarden.
Waardplanten: meidoorn, sierpeer,perenboom
Herkenning: De kever zelf wordt uiterst zelden waargenomen maar deze is circa 1 cm lang, langwerpig en helder groen met een sterke glans. Vandaar de bijnaam ‘juweelkever’. Meestal wordt de aantasting alleen aangetoond door de kenmerkende uitvlieggaten van de kevers in de stam. Deze zien eruit als een gekantelde D met de vlakke zijde beneden. Ook de grootte van het gat komt overeen met de gebruikte D. Deze uitvlieggaten zitten meestal op de stam, onder de eerste takaanzet en soms ook op zware takken.
Leefwijze
De kever vliegt in juni/juli uit en legt haar eieren in bastspleten. De jonge larve vreet zich later naar binnen en leeft daarna twee jaar onder de bast van de boom. Hierbij worden zigzaggende gangen gevreten die met het ouder worden van de larve, breder worden. Na het tweede jaar verpopt de larve zich waarna in juni de cyclus opnieuw start.
De ontstane larven boren zich onmiddellijk in de schors en gaan tot de cambiumlaag voor het verder maken van de zigzaggalerijen. Ze zijn actief van maart tot oktober en overwinteren tweemaal vooraleer te verpoppen. De volwassen kevers knagen zich naar buiten vanaf half mei.
Schade
Door de vraat van de keverlarve wordt de boom onder de bast geringd; daarom ook de oude naam van ‘pereringlarve’. Afhankelijk van de ernst van de aantasting uit zich dat in afgestorven takken verspreid over de kroon tot sterfte van de gehele kroon.
Bestrijding
Deze aantasting is niet goed te bestrijden omdat de larven onbereikbaar zijn. Uit de fruitteelt komt de observatie dat vitale bomen in staat zijn de aantasting te overgroeien terwijl juist de bomen die aan stress onderhevig zijn, meer risico lopen. Zowel wateroverlast als droogte worden daarbij genoemd.
de larven uit de schors snijden en de wonden afdekken;
aangetast gerooid hout ontschorsen;
boompap op de stammen in het vroege voorjaar smeren om te beletten dat eieren in de schorsspleten worden afgezet.
Witkalken van de stammen
Bijzonderheden: Niet alle meidoorncultivars zijn even gevoelig voor aantasting door de pereprachtkever. Zeer vatbaar zijn Crataegus media ‘Paul’s Scarlet’, Crataegus monogyna ‘Stricta’.