boomMiddelmatig sterke groeier. Vormt een opengespreide kruin met neerhangende, gemakkelijk ziektegevoeligheidTamelijk onderhevig aan meeldauw en aan schurft, een weinig aan kanker en wollige bloedluis. productiviteitVroegtijdige en regelmatige vruchtbaarheid gekoppeld aan een enorme productiviteit zodat vaak gesteltakken uitbreken. vruchtbeschrijvingVorm middelmatig dik, enigszins plat, min of meer onregelmatig, een zijde gewoonlijk dikker Schil glad, mat, licht wasachtig bij rijpheid,geelgroene grondkleur, paarsrood gekleurd en gestreept aan de zonkant. Steel kort, tamelijk dik, recht ingeplant in een smalle, middelmatig brede, bruingrijs gekleurde holte. Vlees wit met groene weerschijn, vast, sappig,krakend, vergaat niet helemaal tot moes bij het koken. Zurige, pittige appel. aanplanttips, onderhoudTypische hoogstamvariëteit voor de weideboomgaard, ofschoon ook in halfstam mogelijk. Niet kieskeurig wat de grond betreft. synoniemenIJzerappel in Vlaanderen herkomstBelgische variëteit voor 1870 gewonnen door J. Drisket in het dorp Othée in de provincie Luik. Hij werd genoemd naar de echtgenote
Terug |