Fruitmot
Fruitmotten behoren tot de veroorzakers van wormstekigheid.
Kleine rupsjes doorboren de vruchten en laten daarin uitwerpselen achter.
De vruchten vallen voortijdig af, worden ongewoon snel “noodrijp” of gaan rotten.
Dikwijls zitten de boorgaatjes in de vrucht verstopt onder een daaraan vast gesponnen blad.
Vroeg in het voorjaar aangevreten vruchten kunnen voortijdig afvallen.
De later in het jaar aangetaste vruchten worden wormstekig.
Ze zijn onaantrekkelijk geworden voor de consument, en gaan rotten als je ze wilt bewaren.
De late generatie veroorzaakt de meeste schade.
Juist die tweede generatie geeft vlak voor de pluk nog vele wormstekige vruchten op.
De rupsen, die in het geplukte fruit zitten, komen dan in de bewaarplaats terecht,
waar ze met hun ontwikkeling doorgaan als er niet gekoeld wordt.
Zo kunnen hier dan plotseling fruitmotvlinders rondfladderen.
Normaliter overwinteren ze als rups in een spinsel onder de schorsschilfers van de boom.
Bij gebrek aan ruwe stam zoeken ze ook wel een plekje op de grond.
Levenswijze
De rups doet er ongeveer een maand over om volgroeid te raken.Tegen dat de appels of peren noodrijp worden heeft de rups zich doorgaans volgevreten en is hij volgroeid. De volgroeide rups is crème tot roze gekleurd met donkerbruine kop. Hij maakt een tunnel naar de buitenkant van de vrucht op zoek naar een overwinteringsplaatsje onder een los stukje schors. Daar overwintert hij als volgroeide rups. Bij gebrek aan ruwe stam zoeken ze ook wel een plekje op de grond. Op deze plekken verpoppen ze zich ook. Bij voorkeur overwinteren ze aan de noordzijde van de boom om reden dat de temperatuurverschillen op één dag aan de zuidzijde enorm kunnen oplopen wat hun overlevingskansen sterk vermindert.
De gewone fruitmot heeft bij een warme zomer soms een tweede generatie. Zoals voor de meeste insecten, geldt ook hier de regel dat hun ontwikkeling sneller verloopt als de temperatuur hoger is. Van begin tot half juli is het tijdstip dat volgroeide larven van de eerste generatie verpoppen en een tweede generatie fruitmot voortbrengen. Juist die tweede generatie veroorzaakt de meeste schade. Het levert vlak voor de pluk bij rijpend fruit nog wormstekige vruchten op.
Bij kouder weer blijft het overgrote deel van de volgroeide larven van de eerste generatie gewoon rups en overwinteren op deze manier.
Voorkomen van aantasting door fruitmot
Maakt het de natuurlijke vijanden naar de zin: mezen kunnen `s winters het
grootste deel van de overwinterende rupsen tussen de schorsschilfers wegpikken;
vleermuizen eten vliegende motten en er zijn sluipwespen die op eieren en rupsen parasiteren.
Zorg tijdig dat de afgevallen vruchten met de rupsjes erin verwijderd
of opgegeten zijn (veevoeder), voordat de rupsjes de weg uit de gevallen vruchten vinden en weer langs de stam omhoog kruipen.
Bestrijding met vangbanden
Met deze methode wordt vooral de aantasting van de fruitmot gecontroleerd.
Rond de stam van de bomen worden ongeveer een 20 cm.
Brede golfkartonnen stroken aangebracht met behulp van gaas en koord.
Het golfkarton wordt beschermd met het gaas.
De volgroeide rupsen zoeken de holten op in en onder het golfkarton om te overwinteren en te verpoppen.
De vangbanden worden half juli aangebracht en begin augustus weggenomen, om ze te controleren op aanwezigheid van larven.
Zijn er op dat tijdstip larven verpopt dan moet men rekening houden met een tweede generatie van de fruitmot.
Een tweede controle wordt uitgevoerd in de herfst.
Bestrijding van de fruitmot
Het gewas bespuiten met carpovirusine.
Het middel werkt specifiek tegen de fruitmot en spaart daardoor nuttige
insecten en mijten.
Spuiten wanneer de eerste eieren uitkomen en om de twee weken spuiten met
een totaal van 4 bespuitingen.