Malus domestica ´Colapuis´
(syn. ´Colapuy´, ´Colapuits´)
Boom
Colapuis groeit middelmatig sterk en is tolerant aan de belangrijkste schimmelziekten (schurft en echte meeldauw).
Herkomst
Oud appelras met felrode, kegelvormige appels. Afkomstig uit Noord-Frankrijk
De soldaat Nicolas Puy bracht het enthout mee uit de streek van de Zwarte Zee (Oekraïne).
Colapuis groeit middelmatig sterk en is tolerant aan de belangrijkste schimmelziekten (schurft en echte meeldauw).
Het ras is weinig vatbaar voor vruchtboomkanker. ´Colapuis´ is niet zo vroeg productief en heeft later last van beurtjaren.
Colapuis kan geoogst worden tussen 15 oktober en begin november en kan bewaard worden tot ongeveer begin april.
De kleuring is goed zodat de appels meestal in één keer geplukt kunnen worden.
Het zijn kleine tot middelgrote, lichtafgeplatte, kogelvormige appels met een rode blos en een korte steel.
De vruchten zijn lekker vanaf begin december, hebben een zuurzoet en opvallend aroma.
De eerder kleine appel is geschikt voor vers gebruik en voor verwerking tot sap, cider of appelmoes.
|