Bessenglasvlinder
Sommige vlinders zie je snel over het hoofd. Ze zien er anders uit dan de gewone vlinders.
Dit is een kleine soort die tot de wespvlinders wordt gerekend. Het is de Bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis), die een opvallend kwastje aan het eind van het achterlijf heeft.
De vleugels zijn voor een groot deel doorzichtig als glas.
De vlinders (ongeveer 20 mm vleugelspanwijdte, metaalblauw met 3 gele ringen) leggen eieren op de schors vanaf eind juni tot half juli. De hieruit ontstane rupsen voeden zich met het merg in de stengels vanaf juli tot mei van het volgende jaar. De verpopping gebeurt in de vraatgang.
Deze vlinder legt haar eitjes op de stammen en takken van rode, witte of zwarte bes. aangetast.
Alle glasvleugelvlinders kunnen geparasiteerd worden door de mooie sluipvlieg Leskia aurea. Deze vliegen weten de rupsen van de vlinders te vinden en leggen er hun eitje op. De larven van de vlieg vreten de rupsen op. De vlinders zijn niet zo talrijk en deze vliegen zijn daarom zeldzaam.
De rupsen van deze vlinder maken boorgangen in de oudere takken van de bessenstruiken met als gevolg dat deze verwelken in de zomer. Aanvankelijk krijgen de stengels gele bladeren, verzwakken en verwelken.
Bij een zware oogst kunnen ze ook gewoon afbreken. De vlinders leggen hun eitjes op de takken waarna de rupsjes een gangetje graven in de tak en het zachte merg en oude hout vernietigen.
wanner deze aantasting zich voordoet is het best om laat in het voorjaar te snoeien en de aangetatse takken te verwijderen (te herkennen aan holte in de tak die zwart is).
Best worden snoeiwonden dan ook afgedekt zodat de vlinder niet wordt aangetrokken.
Het snoeihout moet op een gepaste manier worden vernietigd.
|