hoogstamboomgaard


De hermelijn

 

hermelijn in winterkleur

De hermelijn behoort tot de familie der marterachtigen. Wat uiterlijk betreft lijkt deze soort veel op de wezel, maar hij is duidelijk groter en heeft een langere staart met lange haren en een zwarte (pluim)punt. De rug is grijs- of beige bruin en de buik is wit of geel. De scheidingslijn tussen rug- en buikzijde loopt recht. De oren hebben een lichte rand. Hermelijnen kunnen in de winter geheel of gedeeltelijk wit worden, maar de staartpunt blijft altijd zwart.

Leefgebied

De hermelijn komt in grote delen van Europa voor, behalve in het zuiden.
Het dier leeft in zeer verschillende gebieden, van beboste terreinen en houtwallen tot polders. In vergelijking met de wezel houdt de hermelijn zich op in vochtiger terrein, zoals slootkanten en rietvelden.
Hij verschuilt zich onder boomwortels, in oude konijnen- of rattenholen, in houtstapels, nisjes en boomholtes.

Leefwijze

De hermelijn is zowel 's nachts als overdag actief. Hij eet voornamelijk woelmuizen, woelratten en konijnen. Daarnaast eet hij vogels en heel af en toe vogeleieren. Net als de wezel bewaart de hermelijn soms gedode en half opgegeten prooidieren.

Na een draagtijd van 10 weken worden in april of mei 4 tot 8 naakte en blinde jongen geboren. De paring heeft al in het voorjaar van het vorige jaar plaatsgevonden!

De hermelijn is de beste bestrijder van woelmuizen in de boomgaard

Terug