hoogstamboomgaard

Perenras


Conference

 

Boom

Groeit middelsterk. Gesteltakken steil- en schuinopstaand, voldoende vertakt ; zijtakken gedeeltelijk horizontaal, later hangend.
Vruchthout dicht bezet met sporen en stekeltwijgen. Vorm van de kruin hoogpiramidaal, na de vormsnoei blijven controleren,

tijdig verjongen .

Vrucht

Middelgroot tot groot.

Vorm lang tot extreem lang peer-, flesvormig, midden- tot kelkbuikig, steelwaarts kegelvormig, versmald ; vruchtzijden meestal symmetrisch, glad ;
kelkholte vlak, nauw, iets bultig, ook wel ontbrekend.

Kelk middelgroot tot groot, open ; blaadjes gedeeltelijk omgekruld, meestal aan de basis vergroeid ; steelholte ontbreekt of is gezwollen,
waardoor de steel zijdelings wordt gedrukt.

Steel 25-45 mm lang, 2,5 mm dik, naar de vrucht groen, naar het einde overgaand in bruin .

Schil glad, soepel, indien beroest ruw, dik, vast, korrelig,
stippels op de schil klein, bruin, weinig opvallend ; beroesting grauwbruin, vlekkerig, rond de kelk ook aaneengesloten plekken.

Vruchtvlees

vlak onder de schil groenachtig tot geelachtig wit, naar het klokhuis toe zalmgeel, zacht, volsmeltend, suikermeloenachtig,
zeer sappig, zoet, nauwelijks zurig, kruidig ; hoedanigheid van de vrucht ieder jaar goed.

Standplaats

Op alle standplaatsen, op voedzame gronden met voldoende vocht.

Herkomst

Engeland, gekweekt door de kwekerij Rivers and Son in Sawbridgeworth.

1e vrucht in 1884, tentoongesteld en genoemd naar het Pomologisch
Congres in Chiswick, in de proeftuinen van het Koninklijk tuinbouwgenootschap gehouden in 1885 en onderscheiden met het certificaat : klasse 1
sedert 1894 in de handel.


Terug