hoogstamboomgaard


Zanglijster

De zanglijster doet zijn naam alle eer aan. Zijn lied duurt 5 minuten of langer en bestaat uit een rijke opeenvolging van luide, muzikale strofen, waarvan sommige vele malen wordt herhaald.
Meestal zingt hij op een hoge post, zoals een boomtop en hij is vrijwel het gehele jaar door op mooie dagen te beluisteren.
Zijn roep varieert van een iel "tik" of "sip" tot een snel herhaald, alarmerend "tsjuk-tsjuk'.
Hij kan zelfs andere vogelsoorten imiteren.

Kenmerken

Olijfbruine vogel (23 cm) met geelbeige borst en flanken, met kleine zwarte stippen. Bruine snavel met vleeskleurige poten.

Habitat

in gemengde loof- en naaldbomen met veel ondergroei van struikgewas, niet gras- en mosbodem.
Ook in parken, plantsoenen en tuinen, maar minder stadsvogel dan de Merel.

Voedsel

Befaamd is hij om zijn gewoonte huisjesslakken kapot te slaan: hij breekt de schaal - open door het ruggedeelte met harde slagen te bewerken op een "aambeeld", een platte of puntige steen die nauwelijks boven de grond uitsteekt.
Vaak verraad de vogel zijn aanwezigheid door dit hamerend geluid te maken.

Hij eet eveneens rupsen, larven, insecten en ook bessen en vruchten.

Voortplanting

Het wijfje bouwt een nest van gras en twijgen, gevoerd met modder en houtpulp en legt gewoonlijk 4-6 lichtblauwe, gespikkelde eieren.
Ze broedt deze in ca. 2 weken uit en het mannetje helpt bij het voeren van de jongen gedurende de 12-16 dagen dat zij in het nest blijven.

Voorkomen

Hij is gedeeltelijk trekvogel: sommige gaan naar het zuiden, terwijl andere hier overwinteren.
Soms hij deze vogel ernstig te lijden van de strenge winters.

 

 

Terug