hoogstamboomgaard


De bonte vliegenvanger

 

vliegenvanger

 

De Bonte Vliegenvanger is één van de weinige vogelsoorten die hun gebied in de 20ste eeuw gestaag aan het uitbreiden zijn. Vermoedelijk heeft hij hier vroeger ook vrij veel gebroed, maar met de verdwijning van onze loofbossen verdween ook de Bonte Vliegenvanger. Door herbebossing en vooral ook het plaatsen van nestkasten weet de soort zich nu weer uit te breiden. 

Kenmerken: het mannetje en het vrouwtje hebben 's zomers een verschillend verenkleed; in de herfst krijgen de donkerder bovendelen van het mannetje echter dezelfde grijsbruine kleur zoals die van het wijfje. 

Voedsel: hij verorbert grote hoeveelheden rupsen en andere insecten. Na het vangen van zijn prooi vliegt hij er dikwijls mee naar de grond. 

Habitat: boomstompen en dode takken vormen ideale zangposten en bieden ook holten om te nestelen. Het mannetje zoekt, zodra hij uit Afrika terug is, een nestplaats uit en het iets later volgende wijfje bouwt het nest. Ze voert dit niet haren, wol en veren. 

Voortplanting: het ene legsel bestaat uit 4-7 lichtblauwe eieren, die zelden enkele zeer fijne, roodbruine spikkels vertonen. Het broedende wijfje wordt door het mannetje gevoerd. De jongen verschijnen na ca. 14 dagen en kunnen na nog eens 2 weken vliegen. 

grauwe vliegevangers

15 juni 2008 klaar om uit te vliegen

 

Terug