hoogstamboomgaard


groene appelwants

Groene appelwants

 

Donkere kleine prikplekken of gaatjes op bladeren en jonge vruchten. Bladeren vertonen misvormingen en groeien vaak niet verder uit. Op de vruchten ontstaan bobbelige misvormingen en het vruchtvlees vertoont op die plaats een harde kern.

Deze schade wordt veroorzaakt door stekend-zuigende insecten: wantsen. Typisch voor deze parasiet is het driehoekig schildje tussen de vleugels. Bij het aansteken van het blad wordt giftig speeksel in het blad gespoten waardoor de plantencellen gedood worden. Hierdoor ontstaan de typische groeimisvormingen met bruin omzoomde hoekige gaatjes.

Twee soorten komen in fruit veel voor: de Groene Appelwants en de Fruitwants. De overwintering gebeurt door eitjes die onder de schors van de jonge twijgen worden afgezet.
Aantasting komt voor op veel gewassen: appel, peer, trosbes, framboos, enz.

spint op appelblad

Spint

 

Door het zuigen van de mijten aan de bladeren ontstaan eerst bleekgroene vlekjes. Dan verliest het loof zijn frisse kleur, wordt vaalgeel tot bruin van kleur en verdroogt. Deze symptomen mag men niet verwarren met gebreksverschijnselen. Aan de onderzijde van het blad bevinden zich minuscule volwassen rode spint en hun larven. Enkel met een loep zijn deze te zien. Typisch zijn ook de talrijke kogelronde eitjes. Deze parasiet met 8 poten (dus geen insect!) kan massaal voorkomen bij warme droge weersomstandigheden.
Rode spin kan 4 tot 5 generaties per seizoen ontwikkelen. De overwintering gebeurt als rood kogelrond eitje op het hout. Vanaf half april tot half mei (soms ook later) ontluiken de eitjes. Het ideale moment om deze mijten te bestrijden is rond 20 mei, dan zijn ongeveer de helft van de eitjes uitgekomen.

Uitstekende predatoren van rode spin zijn roofmijten.



appelbladroller

APPELBLADROLLER

 

SYMPTOMEN :

De appelroller is een 10mm lange, onopvallende grijsbruine mot die in mei – juni uitkomt. De wijfjes produceren in deze periode tot tachtig eieren, ze leggen deze afzonderlijk in de buurt van de vruchtgroepen op appel en pereboom op de bovenkant van de bladeren of de vruchten zelf.

De eieren zijn 1 mm groot en geel doorzichtig.

De rupsen zijn vleeskleurig en 20 mm.

Een aantasting is meestal te herkennen als het te laat is. De appels hebben dan boorgaten, waarin de rupsenkruimelige, bruine uitwerpelen achterlaten. Aangetaste vruchten vallen vaak voortijdig van de boom.

terug