hoogstamboomgaard


Perebladvlo

parende perebladvlo

De gewone perebladvlo kan grote schade aanrichten in boomgaarden.

Deze soort heeft drie of vier overlappende generaties per jaar.

Op de door de larven afgescheiden honingdauw groeien roetdauwschimmels, die voor vervuiling van de vruchten zorgt en waardoor de assimilatie van de bladeren gestoord wordt.
De volwassen bladvlooien zuigen na de bladval aan de knoppen, waardoor de oogst het volgende jaar vermindert.
Daarnaast kan de aftakelingsziekte in peer (Pear decline) door bladvlooien worden overgebracht.

De perebladvlo overwintert als volwassen insect op perenbomen en in ruigten.
In het voorjaar leggen ze eieren op de uitlopende knoppen in bladeren.

In vlaanderen komen drie soorten voor: de gewone perebladvlo (Psylla pyri), de kleine perebladvlo (Psylla pyricola) en de grote perebladvlo (Psylla pyrisuga). Deze laatste soort komt niet zo vaak voor en vormt zelden een probleem.
De kleine perebladvlo komt plaatselijk voor, maar kan wel een probleem vormen.
De levenswijze komt overeen met die van de gewone perebladvlo.


Niet chemische bestrijding

Als de bestrijdingstechniek erop gericht is de natuurlijke vijanden zoveel mogelijk te sparen en eventueel aan te trekken wordt de perebladvlo geen probleem. Roofwantsen en oorwurmen zijn natuurlijke vijanden van de perebladvlo.
Oorwurmen zijn te stimuleren door potjes met stro te plaatsen. Het inzaaien van bloemenmengsels met composieten helpt roofwantsen. Ook is het mogelijk gekochte roofwantsen te introduceren.

 

terug