hoogstamboomgaard


Appelbladmineermot

 

De appelbladmineermot is donkergrijs van kleur met een zilverkleurige streep over de voorste vleugels.
De motten hebben een lengte van ca. 2 mm. met vleugels die een spanwijdte van ± 4 mm. hebben.

De appel dient als waardplant en een heel enkele keer komt het ook bij de peer voor.
Het ei wordt afgezet op de onderzijde van het blad, op overwegend jonge bladeren.
Bij het uitkomen van de eieren graven de jonge larven zich door het onderblad naar de bladmoeslaag.
Op zoek naar voedsel graaft de larve gangen, mijnen genaamd, die vaak beginnen in de buurt van de hoofdnerf.
Het onder- en bovenblad wordt nauwelijks beschadigd. De vorm van de mijn is bijzonder variabel, tamelijk sterk kronkelend.
De mijn verbreed zich soms en eindigt vaak in een blaasvormig eind.
De aantasting is hierdoor gemakkelijk te herkennen, temeer omdat de larven hun uitwerpselen in de mijnen achter laten.

Levensloop

Als de larven volgroeid zijn verlaten ze het blad en verpoppen zich in de grond en de laatste generatie overwinterd daar in een cocon. De appelbladmineermot kent drie generaties .
De eerste generatie verschijnt tussen half maart tot einde mei. De vlindervlucht van deze generatie (die de tweede generatie wordt genoemd) vindt plaats van juli tot augustus, met intervallen.
De eieren, gelegd door deze tweede generatie, komen medio eind augustus tot oktober uit.
Deze derde generatie kent in het zelfde jaar geen vlindervlucht meer.
De rupsen gaan zich in de grond verpoppen en overwinteren daar om in het volgende voorjaar, tussen half maart tot einde mei, als eerste generatie weer te verschijnen.


Schadebeeld

De schade die de individuele larve veroorzaakt is gering, maar door de enorme hoeveelheid, die meestal met de aantasting gepaard gaat, valt de totale schade in de categorie "ernstige schade".
De bladeren worden vlekkerig bruin, drogen uit en vallen vroegtijdig af. De assimilatie wordt hierdoor ernstig belemmerd en het fysiologische evenwicht van de boom raakt hierdoor uit balans.
Dit alles gebeurd in een periode dat elk blad nodig is voor de groei van het gewas en vrucht.

Bestrijding

De bestrijding is gericht op het elimineren van de afgezette eieren en de pas uitgekomen larven.
Sluipwespen bevorderen.
Gebeurlijk afgevallen bladeren vernietigen met een cirkelmaaier.


Terug